SAPS klachten is de meest voorkomende oorzaak van schouderklachten. SAPS staat voor subacromiaal pijnsyndroom, oftewel de structuren die onder het schouderdak liggen.

De structuren die onder het schouderdak liggen zijn: de slijmbeurs, de pezen van de manchet- spieren en ligamenten.

Het onderzoek door de fysiotherapeut is erop gericht om onderscheid te maken tussen specifiek en aspecifieke SAPS klachten. Door middel van testen en indien nodig aangevuld met echografisch onderzoek kan de therapeut komen tot de diagnose specifieke SAPS of a-specifieke SAPS. Het is belangrijk om dit onderscheid te maken, omdat sommige van de specifieke SAPS klachten beter door de huisarts of specialist behandeld kunnen worden.

 

Afbeelding: 1.
De structuren van de schouder. De slijmbeurs (bursa) is hier groter afgebeeld vanwege didactische redenen.
Clavicle = sleutelbeen
Acromion = schouderdak
Bursa = slijmbeurs
Deltoid muscle = deltaspier
Rotatorcuff = manchet spieren
Humerus = bovenarm
biceps = biceps
Scapula = schouderblad

Specifieke SAPS klachten.

Specifiek wil zeggen dat de klachten te relateren zijn aan een specifieke medische oorzaak en medisch te objectiveren zijn middels beeldvormend onderzoek. Echografie is een betrouwbaar middel voor het aantonen van specifieke oorzaken van schouderklachten.

Een combinatie van bovengenoemde oorzaken van SAPS klachten kan voorkomen. Ook kunnen er naast specifieke SAPS klachten a-specifieke functiestoornissen aanwezig zijn.

A-specifieke SAPS klachten.

A-specifiek wil zeggen dat de klachten niet te relateren zijn aan een medische oorzaak, maar te wijten zijn aan stoornissen in functionele eigenschappen of te wijten zijn aan eenzijdig bewegingsgedrag. De gedachte hierbij is dat structuren dan licht overbelast raken en daardoor pijn gaan doen zonder dat deze structuren schade vertonen. 

Voorbeelden van stoornissen in functionele eigenschappen of overbelasting kunnen zijn:

Regelmatig zien we mengvormen van bovengenoemde a-specifieke SAPS klachten.